Ingebruikname
- Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
- Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen of temperatuurschommelingen. Laat het bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelingen eerst op temperatuur komen, voordat u het in gebruik neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig beïnvloed worden.
- Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetgereedschap. Na sterke invloeden van buitenaf op het meetgereedschap, moet u altijd vóór het opnieuw gebruiken hiervan een nauwkeurigheidscontrole uitvoeren zie Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap.
In-/uitschakelen
Om het meetgereedschap in te schakelen drukt u een keer kort op de aan/uit-toets (3). Het meetgereedschap zendt onmiddellijk na het inschakelen de drie laserlijnen 0°, 45° en 90° uit de openingen (2). Bovendien brandt de batterijwaarschuwing (4) 3 s lang.
- Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand.
Bij de tweede keer drukken op de aan/uit-toets (3) schakelt het meetgereedschap van 3‑lijnsmodus naar 2‑lijnsmodus: alleen nog de 0°- en 90°-laserlijn zijn te zien.
Om het meetgereedschap uit te schakelen drukt u een derde keer op de aan/uit-toets (3).
- Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en schakel het meetgereedschap na gebruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal verblind worden.
Automatische uitschakeling deactiveren
Het meetgereedschap wordt na een gebruiksduur van 30 min automatisch uitgeschakeld.
Om de automatische uitschakeling te deactiveren, drukt u bij het inschakelen van het meetgereedschap 3 s lang op de aan/uit-toets (3). Nadat de automatische uitschakeling is gedeactiveerd, knipperen de laserlijnen na het inschakelen kort ter bevestiging.
Om de automatische uitschakeling te activeren, schakelt u het meetgereedschap uit en door kort drukken op de aan/uit-toets (3) weer in. Na het inschakelen knipperen de laserlijnen niet.