Automatische nivellering
Na het inschakelen controleert het meetgereedschap de horizontale of verticale positie en compenseert oneffenheden binnen het zelfnivelleerbereik van ca. ±8,5 % (±5°) automatisch.
Tijdens het nivelleren knippert op het display het symbool voor de nivellering. Tegelijkertijd knipperen de statusaanduiding (12) op het meetgereedschap evenals de statusaanduiding van de betreffende as ((34) of (33)) op de afstandsbediening groen.
Totdat het nivelleren is voltooid, is de rotatie gestopt en knipperen de laserstralen. Na een succesvolle voltooiing van de nivellering verschijnt het startscherm. De laserstralen branden permanent en de rotatie begint. De statusaanduiding (12) op het meetgereedschap evenals de statusaanduiding van de genivelleerde as ((34) of (33)) op de afstandsbediening branden permanent groen.
Als het meetgereedschap meer dan 8,5 % scheef staat of is het anders geplaatst dan in horizontale of verticale positie, dan is het nivelleren niet meer mogelijk. Op het display verschijnt een foutmelding en de statusaanduiding (12) knippert rood.
Plaats het meetgereedschap opnieuw in de juiste positie en wacht het nivelleren af.
Als de maximale nivelleertijd is overschreden, dan wordt het nivelleren met een foutmelding afgebroken.
Plaats het meetgereedschap opnieuw in de juiste positie en druk kort op de aan/uit-toets (11) om het nivelleren opnieuw te starten.
Als het meetgereedschap genivelleerd is, controleert het voortdurend de horizontale of verticale positie. Bij positieveranderingen wordt automatisch genivelleerd.
Minimale positieveranderingen worden zonder onderbreking van de werking gecompenseerd. Trillingen van de ondergrond of weersinvloeden worden daarmee automatisch gecompenseerd.
Bij grotere positieveranderingen wordt ter voorkoming van foute metingen tijdens het nivelleren de rotatie van de laserstraal gestopt en de laserstralen knipperen. Op het display verschijnt het nivelleringssymbool. Eventueel wordt de schokwaarschuwingsfunctie geactiveerd.
Het meetgereedschap herkent vanzelf horizontale of verticale positie. Voor het wisselen tussen de horizontale en verticale positie schakelt u het meetgereedschap uit, plaatst het opnieuw in de juiste positie en schakelt het weer in.
Als de positie zonder uit-/inschakelen wordt gewisseld, dan verschijnt een foutmelding en de statusaanduiding (12) knippert rood in een snel ritme. Druk kort op de aan/uit-toets (11) om het nivelleren opnieuw te starten.
Het meetgereedschap heeft een schokwaarschuwingsfunctie. Deze voorkomt bij positieveranderingen of trillingen van het meetgereedschap of bij trillingen van de ondergrond het nivelleren in veranderde positie en daarmee fouten door een verschuiving van het meetgereedschap.
GRL 650 CHVG: De schokwaarschuwingsfunctie beschikt over 2 gevoeligheidsstanden. Na het inschakelen van het meetgereedschap is een hoge gevoeligheid ingesteld.
Schokwaarschuwing activeren:
De schokwaarschuwingsfunctie is standaard ingeschakeld. Deze wordt ongeveer 30 s na het inschakelen van het meetgereedschap geactiveerd.
Tijdens de activering knippert de aanduiding schokwaarschuwingsfunctie (c) op het display. Na de activering brandt de aanduiding permanent.
Schokwaarschuwing geactiveerd:
Als de positie van het meetgereedschap verandert of een sterke trilling wordt geregistreerd, dan wordt de schokwaarschuwing geactiveerd: de rotatie van de laser wordt gestopt en een foutmelding verschijnt. De statusaanduiding (12) knippert rood in een snel ritme en een waarschuwingssignaal dat steeds sneller wordt, is te horen.
Bevestig de waarschuwingsmelding met door op de toets hellinginstelling (14) op het meetgereedschap of op de toets hellinginstelling (31) op de afstandsbediening te drukken. Bij werken met automatische nivellering (inclusief hellingmodus) wordt het nivelleren automatisch opnieuw gestart.
Controleer nu de positie van de laserstraal aan de hand van een referentiepunt en corrigeer de hoogte of uitlijning van het meetgereedschap eventueel.
Schokwaarschuwingsfunctie wijzigen/uitschakelen:
Op het startscherm wordt de actuele instelling met de aanduiding schokwaarschuwing (c) weergegeven:
Schokwaarschuwingsfunctie is met een hoge gevoeligheid ingeschakeld.
GRL 650 CHVG: Schokwaarschuwingsfunctie is met gereduceerde gevoeligheid ingeschakeld.
Schokwaarschuwingsfunctie is uitgeschakeld.
Om de instelling van de schokwaarschuwingsfunctie te wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets (11). Druk in het volgende menu zo vaak op de aan/uit-toets (11) tot u de gewenste instelling heeft gekozen. Bevestig uw keuze met door op de toets hellinginstelling (14) te drukken.
Als de schokwaarschuwingsfunctie werd ingeschakeld, dan wordt deze na ongeveer 30 seconden geactiveerd.
Bij een horizontale positie van het meetgereedschap kunnen de X‑as en de Y‑as onafhankelijk van elkaar in een bereik van ±8,5 % worden geheld.
Voor het hellen van de X‑as drukt u een keer op de toets hellinginstelling (14) op het meetgereedschap of op de toets hellinginstelling (31) op de afstandsbediening. Het menu voor de hellinginstelling van de X‑as verschijnt.
Stel met de toetsen ▲ (4) of ▼ (3) op het meetgereedschap of met de hellingtoetsen omhoog (30) of omlaag (35) op de afstandsbediening de gewenste helling in. Tegelijkertijd indrukken van beide hellingtoetsen op het meetgereedschap of op de afstandsbediening zet de helling terug naar 0,00 %.
Voor het hellen van de Y‑as drukt u opnieuw op de toets hellinginstelling (14) op het meetgereedschap of op de toets hellinginstelling (31) op de afstandsbediening. Het menu voor de hellinginstelling van de Y‑as verschijnt.
Stel de gewenste helling in zoals beschreven bij de X-as.
Enkele seconden nadat voor de laatste keer op een toets werd gedrukt, wordt de gekozen helling bij het meetgereedschap gerealiseerd. Tot aan de voltooiing van de hellinginstelling knipperen de laserstraal evenals op het display het symbool voor hellinginstelling.
Na voltooiing van de hellinginstelling verschijnen op het startscherm de ingestelde hellingswaarden van de beide assen. De statusaanduiding (12) op het meetgereedschap brandt permanent rood. Op de afstandsbediening brandt de statusaanduiding van de gehelde as ((34) en/of (33)) permanent rood.
Het meetgereedschap slaat de 4 laatst gebruikte hellingwaarden van beide assen op. Als alternatief voor een nieuwe instelling van de hellingen kunt u deze opgeslagen hellingcombinaties overnemen.
Start de hellingmodus voor de X-as zie Hellingmodus bij horizontale positie.
Om het hellinggeheugen op te vragen drukt u op de toets lijnmodus (5) op het meetgereedschap of op de toets lijnmodus (28) op de afstandsbediening.
Om een van de 4 opgeslagen combinaties te selecteren, drukt u zo vaak op de toets lijnmodus (5) op het meetgereedschap of op de toets lijnmodus (28) op de afstandsbediening tot de gewenste combinatie op het display verschijnt.
Om de selectie te bevestigen, drukt u op de toets hellinginstelling (14) op het meetgereedschap () of op de toets hellinginstelling (31) op de afstandsbediening. Enkele seconden nadat op de toets werd gedrukt, wordt de hellingcombinatie op het meetgereedschap gerealiseerd zie Hellingmodus bij horizontale positie.
Om andere dan de opgeslagen waarden in te stellen, drukt u op de toets ▲ (4) op het meetgereedschap () of op de hellingtoets omhoog (30) op de afstandsbediening. De aanduiding keert terug naar het instellingsmenu hellingmodus zie Hellingmodus bij horizontale positie.
Temperatuurveranderingen van het meetgereedschap kunnen uitwerkingen hebben op de ingestelde helling van de assen.
Om onnauwkeurigheden bij het meten te vermijden, wordt de helling van de assen bij het overschrijden van het ingestelde temperatuurverschil opnieuw afgesteld: het meetgereedschap wordt genivelleerd, daarna keert het met de laatst ingestelde waarden terug naar de hellingmodus.
Het terugzetten van de helling gebeurt bij temperatuurveranderingen van ≥ 5 °C.
GRL 650 CHVG: Met behulp van de Bosch Levelling Remote App kan het temperatuurverschil naar 2 °C verlaagd of de functie SlopeProtect uitgeschakeld worden. De instelling wordt bij het uitschakelen van het meetgereedschap niet opgeslagen.