Slijpgereedschap monteren
- Raak de (door)slijpschijven niet aan, voordat ze afgekoeld zijn. De schijven worden bij het werken erg heet.
Reinig de slijpas (16) en alle te monteren delen.
Druk voor het vastspannen en losmaken van de slijpgereedschappen op de asblokkeerknop (1) om de slijpas vast te zetten.
- Bedien de asblokkeerknop alleen, als de slijpas stilstaat. Anders kan het elektrische gereedschap beschadigd raken.
- Trek vóór werkzaamheden aan het elektrische gereedschap altijd de stekker uit het stopcontact.
Let op de afmetingen van de slijpaccessoires. De gatdiameter moet bij de opnameflens passen. Gebruik geen adapters of reduceerstukken.
Let er bij het gebruik van diamantdoorslijpschijven op dat de draairichtingpijl op de diamantdoorslijpschijf en de draairichting van het elektrische gereedschap (zie draairichtingpijl op de machinekop) overeenstemmen.
De volgorde van de montage is te zien op de pagina met afbeeldingen.
Aanwijzing: Bij de montage van gebonden (door)slijpschijven met behulp van de meegeleverde opnameflens (7) en de spanmoer (11) of snelspanmoer (12) is het gebruik van tussenlagen niet nodig.
Voor het bevestigen van de (door)slijpschijf steekt u de opnameflens met O-ring (7) op de slijpas (16) en schroeft u de spanmoer (11) erop. Let op de uitlijning van de spanmoer (11) afhankelijk van gebruikte (door)slijpschijf (zie afbeeldingen voorin de gebruiksaanwijzing) en span deze met de pensleutel zie Snelspanmoer .
- Controleer na de montage van het slijpgereedschap en vóór het inschakelen of het slijpgereedschap correct is gemonteerd en vrij kan draaien. Controleer of het slijpgereedschap de beschermkap of andere delen niet raakt.
In de opnameflens (7) is om de centreerkraag een kunststof deel (O-ring) geplaatst. Als de O-ring ontbreekt of beschadigd is, dan moet de opnameflens (7) vóór het verdere gebruik absoluut vervangen worden.
Voor eenvoudig wisselen van slijpgereedschappen zonder het gebruik van andere gereedschappen kunt u in plaats van de spanmoer (11) de snelspanmoer (12) gebruiken.
- De snelspanmoer (12) mag alleen voor (door)slijpschijven gebruikt worden.
Gebruik uitsluitend een onberispelijke, onbeschadigde snelspanmoer (12).
Let er bij het erop schroeven op dat de beschreven kant van de snelspanmoer (12) niet naar de slijpschijf wijst; de pijl moet naar de indexmarkering (29) wijzen.
Druk op de asblokkeerknop (1) om de slijpas vast te zetten. Om de snelspanmoer vast te draaien, draait u de slijpschijf krachtig met de klok mee (naar rechts).
Een correct bevestigde, onbeschadigde snelspanmoer kunt u met de hand losdraaien door de kartelring tegen de klok in (naar links) te draaien. Draai een vastzittende snelspanmoer nooit met een tang los, maar gebruik de pensleutel. Zet de pensleutel aan zoals getoond op de afbeelding.
U kunt alle in deze gebruiksaanwijzing genoemde slijpgereedschappen gebruiken.
Het toegestane toerental [min-1] of de toegestane omtreksnelheid [m/s] van de gebruikte slijpgereedschappen moet minimaal overeenkomen met de gegevens in de volgende tabel.
Neem daarom ook goed nota van het toegestane toerental of de toegestane omtreksnelheid op het etiket van het slijpgereedschap.
max. [mm] | [mm] | [°] | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
| D | b | s | d | α | [min–1] | [m/s] |
180 230 | 8 8 | – – | 22,2 22,2 | – – | 8500 6500 | 80 80 | |
180 230 | 4,2 4,2 | – – | 22,2 22,2 | – – | 8500 6500 | 80 80 | |
180 230 | – – | – – | – – | – – | 8500 6500 | 80 80 | |
100 125 | 27 30 | – – | M 14 M 14 | – – | 8500 6500 | 80 80 | |
180 180 | 26 20 | – – | M 14 22,2 | – – | 8500 8500 | 80 80 | |
125 | – | – | M 14 | – | 8500 | 80 | |
83 | – | – | M 14 | – | 8500 | 80 | |
180 230 | 3,0 3,0 | 7 7 | 22,2 22,2 | > 0 > 0 | 8500 6500 | 80 80 |