Ingebruikname

Bij het gebruik van het elektrische gereedschap aan mobiele stroomopwekkers (generatoren) zonder voldoende vermogensreserves of zonder een geschikte spanningsregeling met aanloopstroomversterking kan er vermogensverlies of atypisch gedrag bij het inschakelen optreden.

Let erop dat de door u gebruikte generator geschikt is, vooral wat betreft netspanning en -frequentie.

Schuif voor de ingebruikname van het elektrische gereedschap de aan/uit-schakelaar (3) naar voren.

Voor het vastzetten van de aan/uit-schakelaar (3) duwt u de aan/uit-schakelaar (3) aan de voorkant omlaag tot deze vastklikt.

Om het elektrische gereedschap uit te schakelen laat u de aan/uit-schakelaar (3) los of wanneer deze vergrendeld is, duwt u de aan/uit-schakelaar (3) kort achter omlaag en laat deze dan los.

  • Controleer de slijpgereedschappen vóór gebruik. Het slijpgereedschap moet correct gemonteerd zijn en vrij kunnen draaien. Laat dit ten minste 1 minuut zonder belasting proefdraaien. Gebruik geen beschadigde, onronde of trillende slijpgereedschappen. Beschadigde slijpgereedschappen kunnen barsten en verwondingen veroorzaken.

De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontroleerd starten van het elektrische gereedschap na een onderbreking van de stroomtoevoer.

Voor de hernieuwde ingebruikname zet u de aan/uit-schakelaar (3) in de uitgeschakelde stand en schakelt u het elektrische gereedschap opnieuw in.

De elektronische zachte aanloop begrenst het draaimoment bij het inschakelen en maakt het mogelijk dat het elektrische gereedschap zonder schokken begint te werken.

Aanwijzing: Werkt het elektrische gereedschap direct na het inschakelen met vol toerental, dan zijn de zachte aanloop en de nulspanningsbeveiliging uitgevallen. Het elektrische gereedschap moet direct naar de klantenservice worden opgestuurd, adressen zie het hoofdstuk „Klantenservice en toepassingsadvies“.

Bij een plotselinge terugslag van het elektrische gereedschap, bijv. blokkeren bij doorslijpen, wordt de stroomtoevoer naar de motor elektronisch onderbroken.

Voor de hernieuwde ingebruikname zet u de aan/uit-schakelaar (3) in de uitgeschakelde stand en schakelt u het elektrische gereedschap opnieuw in.

De Constant Electronic houdt het toerental bij onbelast en belast lopen vrijwel constant en waarborgt een gelijkmatige arbeidsvermogen.

Met het stelwiel toerentalinstelling (4) kunt u het noodzakelijke toerental ook tijdens gebruik instellen. De gegevens in de volgende tabel zijn geadviseerde waarden.

Materiaal

Toepassing

Accessoire

Positie stelwiel

Metaal

Verf verwijderen

Schuurblad

2–3

Metaal

Borstelen, ontroesten

Komstaalborstel, schuurblad

3

Metaal, steen

Slijpen

Slijpschijf

4–6

Metaal

Afbraamwerkzaamheden

Slijpschijf

6

Metaal

Doorslijpen

Doorslijpschijf

6

Steen

Doorslijpen

Diamantdoorslijpschijf en geleidebeugels (doorslijpen van steen is alleen toegestaan met geleidebeugels)

6

  • De nominale snelheid van het accessoire moet ten minste gelijk zijn aan de maximale snelheid die op het elektrische gereedschap staat vermeld. Accessoires die sneller draaien dan hun nominale snelheid, kunnen breken en uit elkaar springen.

Stand
toerentalinstelling

GWS 12-125 S
[min–1]

1

2.800

2

3.900

3

5.200

4

6.500

5

8.100

6

11.000

De aangegeven waarden van de toerentalstanden zijn richtwaarden.