Ingebruikname

Klap de standvoet (5) voorzichtig uit en zet de acculamp op de grond. Zorg dat de lamp stevig staat.

Met de statiefopname (7) kunt u de acculamp op een statief schroeven.

Verbind de acculamp stevig met het statief. Zorg ervoor dat de acculamp niet kan losraken en/of omlaag kan vallen.

Zorg dat het statief stabiel staat.

De lampkop (4) is op de draaggreep (8) bevestigd. De lampkop kan met behulp van de draaggreep in vijf posities ingesteld worden.

Druk voor ingebruikname van de acculamp op de aan/uit-schakelaar (1).

Om de acculamp uit te schakelen, drukt u opnieuw op de aan/uit-schakelaar (1).

Druk kort op de aan/uit-schakelaar (1) om de acculamp met maximale helderheid in te schakelen. Houd voor het aanpassen van de helderheid in 2 standen de aan/uit-schakelaar (1) ingedrukt tot de gewenste helderheid bereikt is.

Bij overschrijding van de toegestane gebruikstemperatuur wordt de acculamp uitgeschakeld. Laat de acculamp afkoelen en schakel deze weer in.