Gebruik
- Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
- Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij grotere temperatuurschommelingen eerst op de juiste temperatuur komen, voordat u het inschakelt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereedschap en de aanduiding op het display nadelig worden beïnvloed.
- Vermijd heftige stoten of vallen van het meetgereedschap. Na sterke invloeden van buitenaf en bij opvallende zaken in de functionaliteit moet u het meetgereedschap bij een geautoriseerde Bosch-klantenservice laten controleren.
- Houd het meetgereedschap alleen vast bij de hiervoor bestemde greepvlakken (8) om de meting niet te beïnvloeden.
- Breng in het sensorgedeelte (17) op de achterkant van het meetgereedschap geen stickers of plaatjes aan. Vooral plaatjes van metaal beïnvloeden de meetresultaten.
Draag tijdens de meting geen handschoenen en let op voldoende aarding. Bij onvoldoende aarding kan de herkenning van spanningvoerende leidingen worden belemmerd.
Vermijd tijdens de meting de nabijheid van apparaten die sterke elektrische, magnetische of elektromagnetische velden uitzenden, zoals bijv. mobiele telefoons, laptops of tablets. Deactiveer indien mogelijk bij alle apparaten waarvan de straling de meting kan belemmeren, de betreffende functies of schakel de apparaten uit.