Modi

Pendelbeweging instellen

Dankzij de in vier standen instelbare pendelbeweging kunnen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en zaagbeeld optimaal aangepast worden aan het te bewerken materiaal.

Met de instelhendel (8) kunt u de pendelbeweging ook tijdens het gebruik instellen.

Stand 0

geen pendelbeweging

Stand I

kleine pendelbeweging

Stand II

gemiddelde pendelbeweging

Stand III

grote pendelbeweging

De optimale pendelbeweging voor de gewenste toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen. Daarbij gelden de volgende adviezen:

  • Hoe fijner en zuiverder de zaagrand moet worden, hoe kleiner de pendelbeweging ingesteld moet worden, of deze moet eventueel helemaal uitgeschakeld worden.
  • Schakel bij de bewerking van dunne materialen (bijv. platen) de pendelbeweging uit.
  • Werk in harde materialen (bijv. staal) met een kleine pendelbeweging.
  • In zachte materialen en bij het zagen van hout kunt u met maximale pendelbeweging werken.

Verstekhoek instellen (zie afbeelding G)

De voetplaat (9) kan voor verstekzagen tot 45° naar rechts of links gedraaid worden.

De afdekkap (16) en het antisplinterplaatje (15) kunnen bij verstekzagen niet gebruikt worden.

  • Duw de afzuigaansluiting (17) iets omhoog en trek deze uit de voetplaat (9).
  • Neem de afdekkap (16) en het antisplinterplaatje (15) weg.
  • Draai de schroef (19) met de binnenzeskantsleutel (4) los en schuif de voetplaat (9) iets in de richting van het zaagblad (10).
  • Voor het instellen van nauwkeurige verstekhoeken heeft de voetplaat rechts en links vastklikpunten bij 0° en 45°. Draai de voetplaat (9) volgens de verdeelschaal (20) in de gewenste positie. Andere verstekhoeken kunt u met een hoekmeter instellen.
  • Schuif daarna de voetplaat (9) tot aan de aanslag in de richting van de accu.
  • Draai de schroef (19) weer vast.