Werkvoorbereiding
Zaagbladhoogte instellen (zie afbeelding B)
Voor veilig werken moet u de juiste werkpositie van het zaagblad (7) ten opzichte van het werkstuk instellen. De maximale werkstukhoogte bedraagt 51 mm.
- Maak de beide spanhendels (68) onder de zaagtafel (59) los.
- Draai de beschermkap (63) tot aan de aanslag naar achter en leg uw werkstuk naast het zaagblad.
- Duw de zaagtafel omlaag of trek deze omhoog tot de bovenste zaagtanden ca. 1 mm boven het oppervlak van het werkstuk staan.
- Houd de zaagtafel in deze positie en trek de spanhendels weer vast.
Parallelgeleider instellen (zie afbeelding C)
De parallelgeleider (61) kan rechts van het zaagblad worden geplaatst. De afstandsaanduiding (69) geeft op de verdeelschaal (65) de afstand tussen parallelgeleider en zaagblad aan.
- Maak de spangreep los (64).
Daardoor wordt de geleiding (71) achter op de parallelgeleider ontlast. - Plaats eerst de parallelgeleider in de achterste geleidegroef van de zaagtafel.
- Plaats vervolgens de parallelgeleider in de voorste geleidegroef van de zaagtafel. De parallelgeleider kan nu naar wens worden verschoven.
- Verschuif deze tot de afstandsaanduiding (69) de gewenste afstand tot het zaagblad aangeeft.
- Voor het vastzetten duwt u de spangreep (64) weer omlaag.
- Zorg ervoor dat de parallelgeleider altijd parallel aan het zaagblad staat of dat de afstand tussen zaagblad en parallelgeleider naar achter toe groter wordt. Anders bestaat het gevaar dat het werkstuk tussen zaagblad en parallelgeleider wordt ingeklemd.