Ingebruikname

  • Bedien de draairichtingschakelaar (3) alleen als het elektrische gereedschap stilstaat.

Met de draairichtingschakelaar (3) kunt u de draairichting van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte aan/uit-schakelaar (5) is dit echter niet mogelijk.

Rechtsdraaien: voor boorwerkzaamheden en het indraaien van schroeven schuift u de draairichtingsschakelaar (3) aan de linkerzijde omhoog en tegelijkertijd aan de rechterzijde omlaag.

Linksdraaien: voor het los- of uitdraaien van schroeven en moeren schuift u de draairichtingsschakelaar (3) aan de linkerzijde omlaag en tegelijkertijd aan de rechterzijde omhoog.

Boren en schroeven

Zet de schakelaar (2) op het symbool „Boren“.

Klopboren

Zet de schakelaar (2) op het symbool „Klopboren“.

De schakelaar (2) vergrendelt voelbaar en kan ook bij draaiende motor worden bediend.

Druk voor ingebruikname van het elektrische gereedschap op de aan/uit-schakelaar (5) en houd deze ingedrukt.

Voor het vastzetten van de ingedrukte aan/uit-schakelaar (5) de vastzetknop (4) indrukken.

Voor het uitschakelen van het elektrisch gereedschap de aan/uit-schakelaar (5) loslaten of als deze is vergrendeld met de vastzetknop (4), de aan-/uitschakelaar (5) kort indrukken en dan loslaten.

U kunt het toerental / aantal slagen van het ingeschakelde elektrische gereedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schakelaar (5) indrukt.

Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (5) heeft een laag toerental / aantal slagen tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental of het aantal slagen hoger.

Met het stelwiel toerentalinstelling (6) kunt u het gewenste toerental / aantal slagen ook tijdens het draaien van de machine vooraf instellen.

Het vereiste toerental of het aantal slagen is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan proefondervindelijk worden vastgesteld.