Ingebruikname
- Bedien de draairichtingschakelaar (5) alleen bij stilstand van het elektrische gereedschap. Anders kan het beschadigd worden.
Rechtsdraaien: voor het indraaien van schroeven schuift u de draairichtingschakelaar (5) naar voren.
Linksdraaien: voor het los- of uitdraaien van schroeven schuift u de draairichtingschakelaar (5) naar achter.
Met de instelring draaimomentinstelling (3) kunt u het noodzakelijke draaimoment in 7 standen instellen. Zodra het ingestelde draaimoment bereikt is, wordt de draaibeweging van het inzetgereedschap gestopt.
Stand 1:
kleiner draaimoment voor het indraaien van schroeven met kleine diameter of in zachte materialen.
Stand 7:
groter draaimoment voor het indraaien van schroeven met grote diameter of in harde materialen.