Geheugenfunctie

De waarde of het eindresultaat van elke afgesloten meting wordt automatisch opgeslagen. De laatste 10 waarden (meetwaarden of eindresultaten) worden opgeslagen. Als het geheugen vol is, wordt de oudste waarde overschreven. De oudste waarde bevindt zich op positie 1 in het geheugen, de nieuwste waarde op positie 10 (bij 10 beschikbare geheugenwaarden).

  1. Druk zo vaak op de toets tot op het display (1) de aanduiding voor de aanduiding geheugenwaarde  in de regel (g) verschijnt.
  2. De laatste waarde wordt weergegeven.
  3. Druk op de toets  of de toets  om door de opgeslagen waarden te bladeren.

Linksboven verschijnt het nummer van de geheugenwaarde, daaronder het symbool van de bijbehorende meetfunctie en onderaan de bijbehorende geheugenwaarde. Als er geen waarde in het geheugen beschikbaar is, dan verschijnt onderaan op het display „0.000“ en bovenaan „0“.

Geheugenwaarden wissen

  1. Om de weergegeven waarde te wissen, drukt u op de toets .
Wordt het meetgereedschap tijdens de geheugenfunctie uitgeschakeld, wordt de op het display weergegeven geheugenwaarde gewist.