Menu Basisinstellingen

In het menu Basisinstellingen vindt u de volgende basisinstellingen:

  • Favorieten-functie
  • Referentievlak wisselen zie Referentievlak kiezen
  • Geluidssignalen in-/uitschakelen
  • Displayverlichting in-/uitschakelen
  • Batterijspaarstand in-/uitschakelen
  • Maateenheid wisselen
  • Trilling in-/uitschakelen (GLM 50-25 G)
  • Taal instellen
  • Toestelinformatie opvragen
  • Fabrieksinstelling
  • Intern geheugen
  • Kalibratie hellingmeting zie Nauwkeurigheidscontrole (GLM 50-23 G)
  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen te openen.
  2. Kies de gewenste instelling met de toets  of de toets .
  3. Om een keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .
  4. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .

Voor een snelle toegang kan een favoriete meetfunctie of instelling op de toets  worden gezet.

Er zijn drie mogelijkheden om de toets  te bezetten:

In het menu Basisinstellingen :

  1. Druk op de toets .
  2. Kies .
  3. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  4. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .

of

Terwijl het meetgereedschap in een meetfunctie wordt gebruikt:

  1. Druk lang op de toets .
  2. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  3. Druk op de toets of de toets  om de keuze te bevestigen.

of

In het menu Functies of in het menu Basisinstellingen :

  1. Kies uw favoriete meetfunctie of instelling met de toets  of de toets .
  2. Druk lang op de toets om de keuze over te nemen.

Voor het opvragen van de ingestelde favoriet drukt u kort op de toets .
In de fabrieksinstelling is de toets  bezet met de keuze van het referentievlak.

In de basisinstelling is het geluid ingeschakeld.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies .
  3. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  4. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets   of de toets .
  5. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .
  1. Na het uitschakelen van het meetgereedschap blijft de gekozen instelling opgeslagen.

In de basisinstelling is de trilling ingeschakeld.

De trilling van het meetgereedschap kan bijv. in een omgeving met veel lawaai een handige ondersteuning zijn. Twee korte trillingen signaleren een succesvolle meting; een lange trilling signaleert een foutieve meting.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies .
  3. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  4. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .
  5. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .
  1. Na het uitschakelen van het meetgereedschap blijft de gekozen instelling opgeslagen.

De helderheid van het display kan in meerdere standen aan de omgevingsomstandigheden worden aangepast.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies .
  3. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  4. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .
  5. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .
  1. Na het uitschakelen van het meetgereedschap blijft de gekozen instelling opgeslagen.

In de basisinstelling is de batterijspaarstand uitgeschakeld.Bij ingeschakelde batterijspaarstand worden geluid en trilling gedeactiveerd en de displayhelderheid verlaagd. Daardoor wordt de batterijlooptijd langer.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies .
  3. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  4. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .
  5. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .
  1. Na het uitschakelen van het meetgereedschap blijft de gekozen instelling opgeslagen.

Basisinstelling is de maateenheid „m“ (meter). Er zijn zes verschillende maateenheden beschikbaar. Stel de maateenheid in die voor uw doel geschikt is.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies .
  3. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  4. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .
  5. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets 
  1. Na het uitschakelen van het meetgereedschap blijft de gekozen instelling opgeslagen.

Bij de eerste keer inschakelen van het meetgereedschap wordt u gevraagd om de door u gewenste taal voor de displayteksten in te stellen.

U kunt op elk moment de ingestelde taal wijzigen.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies voor verdere instellingen.
  3. Kies .
  4. Druk op de toets  of de toets  om de keuze te wijzigen.
  5. Om de keuze te bevestigen, drukt u op de toets  of de toets .
  6. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .
  1. Na het uitschakelen van het meetgereedschap blijft de gekozen instelling opgeslagen.

Hier vindt u informatie over het meetgereedschap zoals bijv. serienummer, softwareversie en licenties.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies voor verdere instellingen.
  3. Kies .
  4. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .

Deze functie dient ervoor om het meetgereedschap terug te zetten naar de fabrieksinstelling/basisinstelling. Na het terugzetten wordt u gevraagd om uw favoriete taal voor het display in te stellen.

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies voor verdere instellingen.
  3. Kies .
  4. Om het meetgereedschap te resetten, kiest u en bevestigt u met de toets  of de toets .
  5. Om het menu Basisinstellingen te verlaten, drukt u kort op de toets .

  1. Druk op de toets  om het menu Basisinstellingen op te vragen.
  2. Kies voor verdere instellingen.
  3. Kies .
  4. Om het geheugen te wissen, kiest u met de toets of met de toets en bevestigt u met de toets  of de toets .
  5. Alle meetwaarden worden gewist.