Hoofdmenu
Om in het hoofdmenu te komen, drukt u eerst op de toets Func (6) om de meetfuncties op te vragen. Druk nu op de rechter functietoets (7).
- <Meting>
- <Emissiegraad> (c)
Voor enkele van de meest voorkomende materialen kan er worden gekozen uit opgeslagen emissiegraden. Kies in het menupunt <Materiaal> het juiste materiaal. De bijbehorende emissiegraad verschijnt in de regel eronder. Wanneer u de precieze emissiegraad van uw meetobject kent, kunt u deze ook als getalswaarde in het menupunt <Emissiegraad> instellen. - <Reflectietemp.> (b)
De instelling van deze parameter kan het meetresultaat vooral bij materialen met een lage emissiegraad (= hoge reflectie) verbeteren. In sommige situaties (vooral binnenshuis) komt de gereflecteerde temperatuur overeen met de omgevingstemperatuur. Wanneer objecten met sterk afwijkende temperaturen in de buurt van sterk reflecterende objecten de meting kunnen beïnvloeden, dan moet u deze waarde aanpassen.
- <Indicatie>
- <Middelpunt> (k)
De punt wordt in het midden van het warmtebeeld weergegeven en geeft u de gemeten temperatuurwaarde op deze plek aan. - <Hotspot> (j): <AAN>/<UIT>
Het heetste punt (= meetpixel) wordt door een rood dradenkruis in het warmtebeeld gemarkeerd. Dit maakt het zoeken naar kritische punten (bijv. losse contactklem in de schakelkast) gemakkelijker. - <Coldspot> (l): <AAN>/<UIT>
Het koudste punt (= meetpixel) wordt door een blauw dradenkruis in het warmtebeeld gemarkeerd. Dit maakt het zoeken naar kritische punten (bijv. ondichte plek bij het raam) gemakkelijker. - <Kleurenschaal> (g): <AAN>/<UIT>
- <WiFi> (d): <AAN>/<UIT>
zie Gegevensoverdracht
- <Toestel>
- <Taal>
Onder dit menupunt kunt u de op het display gebruikte taal selecteren. - <Tijd & datum> (a)
Voor het wijzigen van tijd en datum in het meetgereedschap opent u het submenu <Tijd & datum>. In dit submenu kunt u naast de instelling van tijd en datum ook de betreffende formaten ervan wijzigen. Voor het verlaten van het submenu <Tijd> en <Datum> drukt u ofwel op de rechter functietoets (7) om de instellingen op te slaan, ofwel op de linker functietoets (13) om de wijzigingen te verwerpen. - <Geluidssignaal>: <AAN>/<UIT>
Onder dit menupunt kunt u de geluidssignalen in-/uitschakelen. - <Uitschakeltijd>
Onder dit menupunt kunt u het tijdsinterval kiezen waarna het meetgereedschap automatisch moet uitschakelen, wanneer op geen enkele toets wordt gedrukt. U kunt het automatisch uitschakelen ook deactiveren door de instelling <Nooit> te kiezen. - <Alle foto's wissen>
Onder dit menupunt kunt u alle bestanden die zich in het interne geheugen bevinden, in één keer wissen. Druk op de pijltoets rechts (8) voor <Meer> om in het submenu te komen. Druk daarna ofwel op de linker functietoets (13) om alle bestanden te wissen, of op de rechter functietoets (7) om het proces te annuleren - <Toestelinformatie>
Onder dit menupunt kunt u informatie over het meetgereedschap opvragen. U vindt daar het serienummer van het meetgereedschap en de geïnstalleerde softwareversie.
Om een willekeurig menu te verlaten en terug te keren naar het standaard weergavescherm kunt u ook op de toets Meting (17) drukken.