Batterijen plaatsen/verwisselen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het gebruik van alkali-mangaanbatterijen aanbevolen.
Om het batterijvakdeksel (7) te openen, trekt u aan de vergrendeling (8) en klapt u het batterijvakdeksel open. Plaats de batterijen.
Let er hierbij op dat de polen juist worden geplaatst volgens de afbeelding op het batterijvakdeksel.
Als de batterijwaarschuwing (5) rood knippert, dan moet u de batterijen verwisselen.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
- Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer u dit langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen bij een langere periode van opslag in het meetgereedschap corroderen en zichzelf ontladen.