Aanwijzingen voor ‌werkzaamheden

Het draaimoment is afhankelijk van de veervoorspanning van de uitschakelkoppeling. De uitschakelkoppeling wordt zowel bij het rechts- als linksdraaien geactiveerd bij het bereiken van het ingestelde draaimoment.

Gebruik voor het instellen van het individuele draaimoment uitsluitend het meegeleverde instelgereedschap (20).

  • Schuif de afdekking voor de koppeling  naar achter.
  • Steek het instelgereedschap (20) in de kleine uitsparing (instelschijf (21)) van de koppeling en draai het instelgereedschap (20).

Draaien naar rechts resulteert in een hoger draaimoment. Draaien naar links resulteert in een lager draaimoment.

  • Verwijder het instelgereedschap (20). Schuif de afdekking voor de koppeling  tot de opening is afgesloten om de koppeling tegen vervuiling te beschermen.

Aanwijzing: De noodzakelijke instelling is afhankelijk van het soort schroefverbinding en kan het best in een praktische proef bepaald worden. Controleer de proef-schroefverbinding met een draaimomentsleutel.

  • Stel het draaimoment alleen in het aangegeven capaciteitsbereik in, omdat anders de uitschakelkoppeling niet meer aanspreekt.
  • Controleer het draaimoment regelmatig.

Bij het bereiken van het vooringestelde draaimoment wordt de uitschakelkoppeling geactiveerd. De LED-aanduiding (5) brandt groen.

Als het vooringestelde draaimoment niet werd bereikt, dan licht de LED-aanduiding (5) rood op en er is een geluidssignaal te horen. De schroefverbinding moet nogmaals worden uitgevoerd.

Als bij een schroefverbinding de uitschakelkoppeling werd geactiveerd, dan wordt de motor uitgeschakeld. Opnieuw inschakelen is pas na een pauze van 0,7 seconden mogelijk. Daardoor voorkomt u per ongeluk vaster aandraaien van reeds vastgedraaide schroefverbindingen.