Audiomodus

Voor het inschakelen van de radio drukt u op de aan/uit-toets (15). Het display (16) wordt geactiveerd en de audiobron die bij de laatste keer uitschakelen van de radio was ingesteld, wordt afgespeeld.

Om de radio uit te schakelen drukt u opnieuw op de aan/uit-toets (15). De actuele instelling van de audiobron wordt opgeslagen.

Na het inschakelen van de radio is altijd een laag volume ingesteld.

Voor het verhogen van het volume draait u de Clock-knop (14) ‎(GPB 18V‑5 C)‎ of de Menu-knop (22) ‎(GPB 18V‑5 SC)‎ rechtsom, voor het verlagen van het volume linksom.

De volume-instelling verschijnt met de waarde tussen 0 en 30 op het display. Zet het volume vóór het instellen of wisselen van een radiozender op een lage waarde, vóór het starten van een externe audiobron op een gemiddelde waarde.

Voor het uitschakelen van het geluid kunt u kort op de Mute-toets (12) drukken. Op het display verschijnt de aanduiding geluid dempen (f).

Om het geluid weer in te schakelen, drukt u opnieuw kort op de Mute-toets of draait u de Clock-knop (14) ‎(GPB 18V‑5 C)‎ of de Menu-knop (22) ‎(GPB 18V‑5 SC)‎ rechtsom.

Voor een optimale audioweergave is een equalizer in de radio geïntegreerd.

U kunt het hoge- en lage-tonenniveau handmatig veranderen of klank-voorinstellingen voor verschillende muziekstijlen gebruiken. Er kan worden gekozen uit de voorgeprogrammeerde instellingen JAZZ, ROCK, POP en CLASSIC evenals de zelf programmeerbare instelling CUSTOM. De klankinstellingen worden apart voor elke audiobron opgeslagen.

Om een van de opgeslagen klank-voorinstellingen te kiezen, drukt u zo vaak kort op de Equalizer-toets (20) tot de gewenste instelling in de aanduiding klank-voorinstelling (i) op het display verschijnt.

Wijziging van de instelling CUSTOM:

  • U kunt het hoge-tonen- en lage-tonenniveau in een bereik van −5 tot +5 instellen.
  • Druk langer dan 0,5 s op de Equalizer-toets (20). In de aanduiding klank-voorinstelling (i) op het display verschijnt CUSTOM.
  • GPB 18V‑5 C: In de aanduiding hoge-/lage-tonenniveau (d) verschijnt TRE, de actuele waarde van het hoge-tonenniveau knippert. Draai aan de Clock-knop (14) om het hoge-tonenniveau te wijzigen. Druk op de Clock-knop (14) om de ingestelde waarde op te slaan.
    In de aanduiding hoge-/lage-tonenniveau (d) verschijnen nu BAS evenals de actuele waarde van het lage-tonenniveau. Het lage-tonenniveau kunt u wijzigen en opslaan zoals beschreven bij het hoge-tonenniveau.
  • GPB 18V‑5 SC: In de multifunctionele aanduiding (k) verschijnen <Treble> en de actuele waarde van het hoge-tonenniveau. Draai aan de Menu-knop (22) om het hoge-tonenniveau te wijzigen. Druk op de Menu-knop (22) om de ingestelde waarde op te slaan.
    In de multifunctionele aanduiding (k) verschijnen nu <Bass> evenals de actuele waarde van het lage-tonenniveau. Het lage-tonenniveau kunt u wijzigen en opslaan zoals beschreven bij het hoge-tonenniveau.
  • Na het opslaan van de lage-toneninstelling of 10 s nadat de Clock-knop (14)/Menu-knop (22) voor de laatste keer werd bediend, gaat de radio terug naar de standaard display-aanduiding.

Voor het kiezen van een audiobron drukt u zo vaak op de Source-knop (18) tot op het display de gewenste interne of externe audiobron verschijnt:

  • DAB: digitale radio via DAB+ ‎(GPB 18V‑5 SC)‎,
  • FM: analoge radio via FM,
  • AUX: externe audiobron (bijv. CD-speler) via de 3,5‑mm-bus AUX IN (10) in het mediavak,
  • : externe audiobron (bijv. smartphone) via de verbinding per Bluetooth®.

De actuele audiobron is te zien in de aanduiding audiobron (h) of aanduiding Bluetooth® (g).

Druk voor het kiezen van de audiobron DAB+-radiozenders zo vaak op de Source-knop (18) tot in de aanduiding audiobron (h) DAB verschijnt.

Na een korte initialisatie wordt de laatst ingestelde radiozender afgespeeld.

De naam van de zender verschijnt telkens in de bovenste regel van de multifunctionele aanduiding (k). Welke extra informatie in de onderste regel van de multifunctionele aanduiding verschijnt, kan in de menufunctie worden ingesteld.

  • Voor het wisselen van de zender draait u aan de Source-knop (18) tot de gewenste zender op het display verschijnt. Druk op de Source-knop (18) om de keuze te bevestigen. De radio wisselt naar de gekozen zender.
    Als alternatief kunt u voor het wisselen van de zender op de toets omlaag zoeken (13) of de toets omhoog zoeken (19) drukken.
  • Voor het opslaan van een ingestelde zender drukt u zo lang op de programmageheugentoets (17) van de gewenste geheugenplaats tot het nummer van de geheugenplaats in de aanduiding geheugenplaats (c) verschijnt.
  • Voor het afspelen van een opgeslagen zender drukt u kort op een van de programmageheugentoetsen (17). Het nummer van de geheugenplaats verschijnt in de aanduiding geheugenplaats (c).

Aanwijzing: Bij ontvangstproblemen kunt u het zoeken van DAB+-zenders handmatig starten. Hiervoor kiest u <Auto Scan> in het menu of drukt u tegelijkertijd op de toets omlaag zoeken (13) en de toets omhoog zoeken (19). Nadat het zoeken naar zenders is voltooid worden 4 zenders op de programmageheugenplaatsen 1 tot 4 opgeslagen. Reeds opgeslagen zenders worden daarbij overschreven.

Als er geen DAB+-radiozender kan worden gevonden, dan verschijnt <No DAB Station – Please Auto Scan> in de multifunctionele aanduiding (k).

Druk voor het kiezen van de audiobron FM-radiozenders zo vaak op de Source-knop (18) tot in de aanduiding audiobron (h) FM verschijnt.

GPB 18V‑5 C: Tijdens de instelling verschijnt de radiofrequentie in de tijdsaanduiding (j), daarna in de aanduiding radiofrequentie (a).

GPB 18V‑5 SC: De frequentie van de actueel afgespeelde zender verschijnt telkens in de bovenste regel van de multifunctionele aanduiding (k). Welke extra informatie in de onderste regel van de multifunctionele aanduiding verschijnt, kan in de menufunctie worden ingesteld.

Als een geschikt signaal met voldoende sterkte wordt ontvangen, dan schakelt de radio automatisch naar stereo-ontvangst, op het display verschijnt de aanduiding stereo-ontvangst (e).

  • Voor het instellen van een bepaalde zender draait u aan de Source-knop (18) tot de gewenste frequentie of de gewenste zender op het display verschijnt.
  • Voor het zoeken van de volgende zender met hoge signaalsterkte drukt u kort op de toets omlaag zoeken (13) of de toets omhoog zoeken (19). De volgende gevonden zender verschijnt op het display en wordt afgespeeld.
  • Voor het zoeken van alle zenders met hoge signaalsterkte drukt u langer dan 0,5 s op de toets omlaag zoeken (13) of de toets omhoog zoeken (19). Elke gevonden zender wordt 5 s lang afgespeeld, daarna wordt doorgegaan met zoeken tot aan het einde van de frequentieband. Om het zoeken van zenders af te breken, drukt u kort op de toets omlaag zoeken (13) of de toets omhoog zoeken (19).
  • Voor het opslaan van een ingestelde zender drukt u zo lang op de programmageheugentoets (17) van de gewenste geheugenplaats tot het nummer van de geheugenplaats in de aanduiding geheugenplaats (c) verschijnt.
  • Voor het automatisch zoeken en opslaan van de sterkste zenders drukt u tegelijkertijd op de toets omlaag zoeken (13) en de toets omhoog zoeken (19). De radio controleert alle zenders die kunnen worden ontvangen, en slaat de 4 zenders met de beste ontvangst op de programmageheugenplaatsen 1 tot 4 op. Denk eraan dat daarbij eventueel reeds opgeslagen zenders worden overschreven.
    Als het zoeken is beëindigd, dan wordt de op programmageheugenplaats 1 opgeslagen zender afgespeeld.
  • Voor het afspelen van een opgeslagen zender drukt u kort op een van de programmageheugentoetsen (17). Het nummer van de geheugenplaats verschijnt in de aanduiding geheugenplaats (c).

De radio wordt met gemonteerde sprietantenne (30) geleverd. Draai bij radiomodus via FM de sprietantenne in de richting die de beste ontvangst mogelijk maakt.

Als er geen voldoende ontvangst mogelijk is, plaats dan de radio op een plek met een betere ontvangst.

Aanwijzing: Bij gebruik van de radio in de directe omgeving van zendmasten, zend-/ontvangapparatuur of andere elektronische apparaten kan de radio-ontvangst worden belemmerd.

Open de vergrendelingshendel (8) en klap de afdekking (7) van het mediavak open. Steek de 3,5‑mm-stekker van de AUX-kabel (9) in de AUX IN-bus (10). Sluit de AUX-kabel op een geschikte audiobron aan.

Voor het afspelen van de AUX-audiobron drukt u zo vaak op de Source-knop (18) tot in de aanduiding audiobron (h) AUX verschijnt.

Sluit ter bescherming tegen vuil de afdekking (7) van het mediavak weer en vergrendel deze, wanneer u de stekker van de AUX-kabel verwijdert.

Als het formaat dit toelaat, kunt u de via AUX aangesloten audiobron ook in het opbergvak (6) onderbrengen.

Als tijdens de AUX-modus op een van de programmageheugentoetsen (17) wordt gedrukt, dan wisselt de radio naar de zender die in de laatst gebruikte radiomodus is opgeslagen.

Om een audiobron (bijv. smartphone) per Bluetooth® af te spelen, drukt u zo vaak op de Source-knop (18) tot de aanduiding Bluetooth® (g) op het display verschijnt, of u drukt onafhankelijk van de actuele audiobron kort op de toets Bluetooth® (21).

Als de radio al met een externe audiobron per Bluetooth® was verbonden en als deze audiobron beschikbaar is, dan wordt automatisch een verbinding met deze audiobron opgebouwd. Zodra de verbinding is opgebouwd, brandt de aanduiding Bluetooth® (g) permanent.
GPB 18V‑5 SC: De naam van het per Bluetooth® verbonden apparaat verschijnt in de bovenste regel van de multifunctionele aanduiding (k). In de onderste regel verschijnt de door het verbonden apparaat overgebrachte tekst.

Als binnen 2 min geen verbinding kan worden opgebouwd, dan wordt het opbouwen van de verbinding afgebroken en de aanduiding Bluetooth® (g) knippert permanent.
GPB 18V‑5 SC: In de multifunctionele aanduiding (k) verschijnt <Not connected>.
Na nog eens 17 min zonder opbouw van een verbinding schakelt de radio automatisch uit.

Nieuwe verbinding per Bluetooth® opbouwen:

  • Om de verbinding met een nieuwe externe audiobron op te bouwen, drukt u langer dan 0,5 s op de toets Bluetooth® (21). Dit is ook mogelijk tijdens het zoeken, bij een bestaande verbinding of bij gebruik met een andere audiobron.
  • De radio start het zoeken. Tijdens het zoeken knippert de aanduiding Bluetooth® (g).
  • Activeer de verbinding via de externe audiobron. Dat is bij smartphones meestal mogelijk binnen de instellingen in het menu Bluetooth®. De radio verschijnt als beschikbare bron onder de naam GPB 18V-5 C xxxx of GPB 18V-5 SC xxxx. Neem hiervoor goed nota van de gebruiksaanwijzing van uw audiobron/smartphone.
  • Zodra een verbinding per Bluetooth® is opgebouwd, brandt de aanduiding Bluetooth® (g) permanent.

De per Bluetooth® aangesloten audiobron kan ook via de radio worden bestuurd:

  • Om een nummer te selecteren en te starten drukt u zo vaak kort op de toets omhoog zoeken (19) of de toets omlaag zoeken (13) tot het gewenste nummer is bereikt. Het afspelen van het geselecteerde nummer wordt automatisch gestart.
  • Om het afspelen te onderbreken drukt u op de Mute-toets (12). Op het display verschijnt de aanduiding geluid dempen (f).
  • Om door te gaan met afspelen, drukt u opnieuw op de Mute-toets (12), verandert het volume of drukt u op de toets omhoog zoeken (19) of op de toets omlaag zoeken (13).
  • Voor het vooruit- of achteruit spoelen binnen een nummer houdt u de toets omhoog zoeken (19) of de toets omlaag zoeken (13) ingedrukt tot het gewenste punt in het nummer is bereikt.

Als tijdens de werking via Bluetooth® op een van de programmageheugentoetsen (17) wordt gedrukt, dan wisselt de radio naar de zender die in de laatst gebruikte radiomodus is opgeslagen.

Om in het menu Tijdsaanduiding te komen, drukt u kort op de Clock-knop (14).

U kunt kiezen uit de tijdformaten 12 uur <12H> en 24 uur <24H> evenals uren en minuten instellen.

Navigeren in het menu:

  • Menu-instellingen wijzigen: draai aan de Clock-knop (14).
  • Menu-instellingen opslaan: druk op de Clock-knop.
  • Na het opslaan van de minuteninstelling of 10 s nadat de Clock-knop voor de laatste keer werd bediend, wisselt de radio terug naar de audiomodus.

Als de tijd op de radio niet meer wordt opgeslagen, dan vervangt u de bufferbatterijen.

Om alle instellingen op de radio terug te zetten naar fabrieksinstellingen (reset), drukt u langer dan 0,5 s op de Clock-knop (14). Op het display verschijnt <RS>.

Draai aan de Clock-knop (14) om te kiezen uit terugzetten <YES> en het terugkeren naar de actuele instellingen <NO>. Bevestig de keuze door op de Clock-knop te drukken.

Om in de menufunctie te komen, drukt u op de Menu-knop (22).

Navigeren in het menu:

  • Door een menu bladeren: draai aan de Menu-knop (22).
  • Menu-instelling selecteren en opslaan: druk op de Menu-knop (22).
  • Naar een submenu gaan: druk op de Menu-knop (22).
  • Vanuit een submenu teruggaan naar een hoger menu: druk op de toets omlaag zoeken (13). Als het bovenste menuniveau is bereikt, dan gaat de radio terug naar audiomodus.

Om de menufunctie op een willekeurig niveau te verlaten en terug te keren naar de audiomodus, drukt u langer dan 1 s op de toets omlaag zoeken (13). Als alternatief gaat de radio 10 s nadat de laatste keer op een toets werd gedrukt, terug naar de audiomodus.

Als menu-instellingen bij het uitschakelen van de radio niet meer worden opgeslagen, dan vervangt u de bufferbatterijen.

De menuselectie is deels afhankelijk van de audiomodus waarin de radio zich bevindt.

Binnen de menu's verschijnt telkens de naam van het menu in de bovenste regel van de multifunctionele aanduiding (k), in de onderste regel de instelling die kan worden geselecteerd.

<Set Time>
Menu Tijd: U kunt kiezen uit de tijdformaten 12 uur <12 Hour Mode> en 24 uur <24 Hour Mode> en de tijd handmatig instellen. Als bij audiobron DAB een radiozender is geselecteerd die de tijd overbrengt, dan wordt deze tijd automatisch overgenomen.

<Reset All>
Menu Reset: U kunt alle menu-instellingen naar fabrieksinstelling terugzetten <Yes> of terugkeren naar de actuele instellingen <No>.

<Auto Scan> (bij audiobron DAB)
Menu Automatisch zenders zoeken: U kunt beginnen met automatisch zenders zoeken.

<Manual Tune> (bij audiobron DAB)
Menu Handmatige afstemming: U kunt een gewenste frequentie handmatig instellen.

<Display Type> (bij audiobron DAB)
Menu Aanduidingstype: U kunt kiezen welke tekst in de onderste regel van de multifunctionele aanduiding (k) verschijnt:

  • de door de radiozender uitgezonden informatietekst <Dynamic Label>,
  • de frequentie van de zender <Frequency>,
  • de signaalsterkte <Signal Strength>,
  • het door de radiozender uitgezonden programmatype <Program Type>.

<Display Type> (bij audiobron FM)
Menu Aanduidingstype: U kunt kiezen welke tekst in de onderste regel van de multifunctionele aanduiding (k) verschijnt:

  • de door de radiozender uitgezonden informatietekst <Radio Text>,
  • de zendernaam <Program Service>,
  • het door de radiozender uitgezonden programmatype <Program Type>.