Aanwijzingen voor werkzaamheden
Twee laserstralen geven de zaagbreedte van het zaagblad aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig in de juiste positie plaatsen zonder de pendelbeschermkap te openen.
- Schakel de laserstralen met de schakelaar (5) in.
- Stel uw markering op het werkstuk af langs de beide laserstralen.
Aanwijzing: Controleer vóór het zagen of de zaagbreedte nog correct aangegeven wordt Laser afstellen. De laserstralen kunnen worden versteld, bijvoorbeeld door de trillingen bij intensief gebruik.
Maximale werkstukken:
Horizontale verstekhoek | Verticale verstekhoek | Hoogte x breedte [mm] |
---|---|---|
0° | 0° | 90 x 305 |
45° (links/rechts) | 0° | 90 x 215 |
45° (links) | 45° (links) | 55 x 215 |
45° (rechts) | 45° (rechts) | 30 x 215 |
0° | 45° (links) | 55 x 305 |
0° | 45° (rechts) | 30 x 305 |
Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met de meegeleverde lijmklem (41) links of rechts van het zaagblad kunnen worden vastgezet): 100 x 40 mm (lengte x breedte)
Maximale zaagdiepte (0°/0°): 90 mm
De diepteaanslag moet versteld worden, wanneer u een groef wilt zagen.
- Draai de diepteaanslag (39) naar voren.
- Draai de gereedschaparm aan de handgreep (9) in de gewenste positie.
- Verdraai de afstelschroef (38) tot het schroefuiteinde de diepteaanslag (39) raakt.
- Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
De inlegplaten (16) kunnen na langer gebruik van het elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
- Zet het elektrische gereedschap in werkstand.
- Draai de schroeven (54) er met een gangbare kruiskopschroevendraaier uit en verwijder de oude inlegplaat (16).
- Plaats de nieuwe inlegplaat en schroef de schroeven (54) weer vast.