Veiligheidsvoorschriften voor metaalafkortzagen

Terugslag en daarmee verwante waarschuwingen

Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend of geblokkeerd draaiend zaagblad. Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd aggregaat van de afkortzaag naar boven in de richting van de gebruiker versneld.

Wanneer bijv. een zaagblad in het werkstuk vasthaakt of blokkeert, dan kan de rand van het zaagblad die in het werkstuk valt, blijven hangen en daardoor het zaagblad losbreken of een terugslag veroorzaken. Hierbij kunnen zaagbladen ook breken.

Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.

  • Gebruik indien mogelijk lijmklemmen om het werkstuk te ondersteunen. Als u het werkstuk met de hand ondersteunt, moet u uw hand aan beide kanten altijd op een afstand van ten minste 100 mm van het zaagblad houden. Gebruik deze zaag niet om stukken te zagen die te klein zijn om veilig vastgeklemd of met de hand vastgehouden te worden. Als uw hand te dicht bij het zaagblad wordt geplaatst, bestaat er een verhoogd risico op letsel door contact met het zaagblad.
  • Het werkstuk moet stationair en vastgeklemd zijn of tegen zowel de geleider als de tafel worden gehouden. Voer het werkstuk niet in het zaagblad of zaag op geen enkele manier uit de vrije hand. Niet vastgeklemde of bewegende werkstukken zouden met hoge snelheden weggeslingerd kunnen worden en zo letsel kunnen veroorzaken.
  • Duw de zaag door het werkstuk. Trek de zaag niet door het werkstuk. Zo gaat het zagen in zijn werk: u tilt de zaagkop omhoog en trekt deze zonder te zagen over het werkstuk heen, u start de motor, duwt de zaagkop omlaag en u duwt de zaag door het werkstuk. Zagen met een trekkende beweging kan het zaagblad naar de bovenkant van het werkstuk laten klimmen en daardoor kan het zaagblad met geweld in de richting van de bediener worden geslingerd.
  • Beweeg nooit met uw hand over de geplande zaaglijn voor of achter het zaagblad. Het met gekruiste handen ondersteunen van het werkstuk, d.w.z. het werkstuk met rechts vasthouden en het zaagblad met links of omgekeerd, is heel gevaarlijk.
  • Grijp bij een ronddraaiend zaagblad niet achter de aanslag. Laat altijd een veiligheidsafstand van minimaal 100 mm tussen uw hand en het ronddraaiende zaagblad (geldt aan beide zijden van het zaagblad). Het is mogelijk niet te zien hoe dicht het ronddraaiende zaagblad bij uw hand is en u kunt ernstig letsel oplopen.
  • Controleer uw werkstuk vóór het zagen. Als het werkstuk gebogen of krom is, klem dit dan met de naar buiten gebogen kant naar de geleider toe. Zorg er altijd voor dat er langs de zaaglijn geen opening is tussen het werkstuk, de geleider en de tafel. Gebogen of kromme werkstukken kunnen draaien of verschuiven en ertoe leiden dat het draaiende zaagblad tijdens het zagen klem komt te zitten. Er mogen geen spijkers of vreemde voorwerpen in het werkstuk zitten.
  • Gebruik het elektrische gereedschap pas, wanneer er geen gereedschap meer op de tafel ligt; alleen het werkstuk mag zich op de tafel bevinden. Kleine stukken metaal of andere voorwerpen die met het ronddraaiende blad in contact komen, kunnen met een hoge snelheid worden weggeslingerd.
  • Zaag maar één werkstuk tegelijkertijd. Meerdere op elkaar gestapelde werkstukken kunnen niet goed worden vastgeklemd of vastgezet en kunnen ervoor zorgen dat het zaagblad tijdens het zagen klem komt te zitten of verschuift.
  • Zorg ervoor dat het elektrische gereedschap vóór gebruik op een vlakke, stevige ondergrond staat. Een vlakke en stevige ondergrond vermindert het risico dat het elektrische gereedschap instabiel wordt.
  • Plan uw werk. Telkens als u de instelling voor de schuinte of verstekhoek wijzigt, moet u ervoor zorgen dat de verstelbare geleider correct is ingesteld voor ondersteuning van het werkstuk en het zaagblad of de beschermkap niet hindert. Maak zonder de machine in te schakelen en zonder werkstuk op de tafel met het zaagblad een volledige gesimuleerde zaagbeweging om er zeker van te zijn dat er geen obstakels zijn of dat er geen gevaar is voor het doorzagen van de geleider.
  • Zorg bij werkstukken die breder of langer dan de bovenkant van de tafel zijn, voor een juiste ondersteuning, bijv. door tafelverlengingen of zaagbokken. Werkstukken die langer of breder dan de tafel van het elektrische gereedschap zijn, kunnen kantelen wanneer ze niet stevig ondersteund zijn. Wanneer een afgezaagd stuk metaal of het werkstuk kantelt, kan dit de onderste beschermkap optillen of ongecontroleerd van het ronddraaiende blad weggeslingerd worden.
  • Gebruik geen andere persoon als vervanging voor een tafelverlenging of als extra ondersteuning. Onstabiele ondersteuning voor het werkstuk kan ervoor zorgen dat het zaagblad klem komt te zitten of dat het werkstuk tijdens het zagen verschuift, waardoor u en uw helper in het draaiende zaagblad worden getrokken.
  • Het afgezaagde stuk mag absoluut niet tegen het draaiende zaagblad worden geklemd of gedrukt. Als het afgezaagde stuk ingesloten zit, d.w.z. bij het gebruik van lengteaanslagen, dan zou het tegen het zaagblad vast kunnen komen zitten en met geweld weggeslingerd kunnen worden.
  • Gebruik altijd een lijmklem of een spaninrichting die speciaal voor het ondersteunen van rond materiaal als stokken e.d. is ontworpen. Stokken hebben de neiging om tijdens het zagen te gaan rollen, waardoor het zaagblad gaat "bijten" en het werkstuk met uw hand in het zaagblad trekt.
  • Laat het zaagblad zijn volle snelheid bereiken, voordat u dit met het werkstuk in aanraking brengt. Dit vermindert het risico dat het werkstuk weggeslingerd wordt.
  • Wanneer het werkstuk vastgeklemd wordt of het blad blokkeert, schakel dan het elektrische gereedschap uit. Wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen, trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de accu. Verwijder vervolgens het vastgeklemde materiaal. Wanneer u bij een dergelijke blokkering verder zaagt, kunt u de controle over het elektrische gereedschap verliezen of kan het beschadigd worden.
  • Nadat het zagen voltooid is, laat u de schakelaar los, houdt u de zaagkop omlaag en wacht u tot het zaagblad tot stilstand is gekomen, voordat u het afgezaagde stuk verwijdert. Het is gevaarlijk om met uw hand in de buurt van het uitlopende zaagblad te komen.
  • Houd de handgreep stevig vast, wanneer u een onvolledige zaagsnede maakt of wanneer u de schakelaar loslaat, voordat de zaagkop zich helemaal in de onderste positie bevindt. Het afremmen van de zaag kan ervoor zorgen dat de zaagkop plotseling omlaag wordt getrokken, waardoor het risico van letsel ontstaat.
  • Verwijder nooit zaagresten, metaalspanen en dergelijke uit de zone waar wordt gezaagd, terwijl het elektrische gereedschap loopt. Breng de gereedschaparm altijd eerst in de ruststand en schakel het elektrische gereedschap uit.
  • Pak het zaagblad na de werkzaamheden niet vast, voordat het afgekoeld is. Het zaagblad wordt tijdens de werkzaamheden zeer heet.
  • Houd uw werkplek schoon. Materiaalmengsels zijn erg gevaarlijk. Lichtmetaalstof kan branden of ontploffen.
  • Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd sneldraaistaal (HSS-staal). Dergelijke zaagbladen kunnen gemakkelijk breken.
  • Controleer het snoer regelmatig en laat een beschadigd snoer uitsluitend door een erkende servicewerkplaats voor Bosch elektrische gereedschappen repareren. Vervang een beschadigde verlengkabel. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap behouden blijft.
  • Gebruik geen stompe, gescheurde, verbogen of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd gerichte tanden veroorzaken door een te nauwe zaagopening een verhoogde wrijving, vastklemmen van het zaagblad of terugslag.
  • Gebruik altijd zaagbladen waarvan de asgaten de juiste afmeting en vorm (ruitvormig versus rond) hebben. Zaagbladen die niet overeenkomen met de bevestigingsmiddelen van de zaag kunnen uit balans raken en ervoor zorgen dat u de controle over het gereedschap verliest.
  • Controleer of de beschermkap correct werkt en vrij kan bewegen. Klem de beschermkap nooit in geopende toestand vast.
  • Houd de vloer vrij van metaalspanen en materiaalresten. U kunt uitglijden of struikelen.
  • Gebruik het elektrische gereedschap alleen, wanneer het werkoppervlak op het te bewerken werkstuk na vrij is van alle instelgereedschappen, metaalspanen enz. Kleine metaalstukken of andere voorwerpen die met het roterende zaagblad in contact komen, kunnen de gebruiker met hoge snelheid raken.
  • Verlaat het gereedschap nooit, voordat het volledig tot stilstand is gekomen. Uitlopende inzetgereedschappen kunnen verwondingen veroorzaken.
  • Beweeg het zaagblad alleen bij ingeschakelde zaag naar het werkstuk. Anders bestaat er gevaar voor een terugslag, wanneer het zaagblad in het werkstuk vasthaakt.
  • Ga nooit op het elektrische gereedschap staan. Er kunnen ernstige verwondingen optreden, wanneer het elektrische gereedschap omvalt of wanneer u per ongeluk met het zaagblad in aanraking komt.
  • Gebruik het elektrische gereedschap uitsluitend voor droog slijpen. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok.
  • Maak waarschuwingsstickers op elektrisch gereedschap nooit onleesbaar.
  • Het elektrisch gereedschap is voorzien van een laser-waarschuwingsplaatje (zie tabel "Symbolen en hun betekenis").

Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk niet zelf in de directe of gereflecteerde laserstraal. Daardoor kunt u personen verblinden, ongevallen veroorzaken of het oog beschadigen.

  • Breng geen wijzigingen aan de laserinrichting aan. De in deze gebruiksaanwijzing beschreven instelmogelijkheden kunt u zonder gevaar gebruiken.
  • Gebruik de laserbril (accessoire) niet als veiligheidsbril. De laserbril dient voor het beter herkennen van de laserstraal; deze beschermt echter niet tegen de laserstraling.
  • Gebruik de laserbril (accessoire) niet als zonnebril of in het verkeer. De laserbril biedt geen volledige UV-bescherming en vermindert het waarnemen van kleuren.
  • Voorzichtig – wanneer andere dan de hier aangegeven bedienings- of afstelvoorzieningen gebruikt of andere methodes uitgevoerd worden, kan dit resulteren in een gevaarlijke blootstelling aan straling.
  • Vervang de ingebouwde laser niet door een laser van een ander type. Van een laser die niet bij dit elektrische gereedschap past, kunnen gevaren voor personen uitgaan.