Toepassingsvoorbeelden
Plaats het meetgereedschap in een hoek van de ruimte en doe dit zodanig dat de 0°-laserlijn parallel aan de referentielijn (bijv. muur) loopt. Meet de afstand tussen laserlijn en referentielijn direct bij het meetgereedschap en op een zo groot mogelijke afstand van het meetgereedschap. Lijn het meetgereedschap zodanig uit dat beide afstanden even groot zijn.
Meet vervolgens op minstens twee verschillende punten de afstanden tussen de 90°-laserlijn en de muur. Wanneer de afstanden op de 90°-laserlijn gelijk zijn, dan staan de muren in een rechte hoek.