Werking met Li-Ion-accupack
Li-Ion-accupack plaatsen/verwisselen
Plaats de Li-Ion-accupack (10) in het meetgereedschap en draai de draaisluiting (6) zodanig dat u het oog tegen de Li-Ion-accupack kunt klappen.
Voor het wegnemen van de Li-Ion-accupack (10) klapt u het oog van de draaisluiting (6) open en draait u dit 90°. Neem de Li-Ion-accupack uit het meetgereedschap.
Li-Ion-accupack opladen
- Gebruik voor het opladen uitsluitend een USB-voedingsadapter waarvan de uitgangsspanning en minimale uitgangsstroom overeenkomen met de eisen in het hoofdstuk "Technische gegevens". Neem goed nota van de gebruiksaanwijzing van de USB-voedingsadapter.
- Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de voedingsadapter.
- Laad de accu uitsluitend via de USB-aansluiting bij omgevingstemperaturen tussen +10 °C en +35 °C. Laden buiten het temperatuurbereik kan de accu beschadigen of een verhoogd risico op brand vormen.
Aanwijzing: lithium-ion-accu's worden vanwege internationale transportvoorschriften gedeeltelijk geladen geleverd. Om het volledige vermogen van de accu te waarborgen, laadt u vóór het eerste gebruik de accu volledig op.
Open de afdekking van de USB Type-C®-bus (7). Verbind de USB-bus via de USB-kabel (18) met een USB-voedingsadapter. Sluit de USB-voedingsadapter op het elektriciteitsnet aan.
Kleur oplaadaanduiding (5) | Betekenis |
---|---|
Geel | Li-Ion-accupack wordt opgeladen. |
Groen | Li-Ion-accupack is helemaal opgeladen. |
Rood | Laadspanning of laadstroom is ongeschikt. |
Verwijder na voltooiing van het oplaadproces de USB-kabel (18). Sluit de afdekking van de USB Type-C®-bus (7) ter bescherming tegen stof en spatwater.