Basisinstellingen controleren en instellen
Om nauwkeurig zagen te waarborgen, dient u na intensief gebruik de basisinstellingen van het elektrische gereedschap te controleren en indien nodig in te stellen.
Daarvoor is ervaring en speciaal gereedschap vereist.
De Bosch klantenservice voert deze werkzaamheden snel en vakkundig uit.
Aanwijzing: Voor het testen van de laserfunctie moet het elektrische gereedschap op de stroomvoorziening zijn aangesloten.
- Bedien tijdens het afstellen van de laser (bijv. bij het bewegen van de gereedschaparm) nooit de aan/uit-schakelaar. Onbedoeld starten van het elektrische gereedschap kan tot letsel leiden.
- Zet het elektrische gereedschap in werkstand.
- Draai de zaagtafel (37) tot aan de inkeping (14) voor 0°. De hendel (12) moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
Controleren (zie afbeelding T1)
- Teken op het werkstuk een rechte zaaglijn.
- Beweeg de glijarm (27) met de handgreep (1) langzaam omlaag.
- Lijn het werkstuk zodanig uit dat de tanden van het zaagblad en de zaaglijn op één lijn liggen.
- Houd het werkstuk in deze stand vast en beweeg de glijarm langzaam weer omhoog.
- Zet het werkstuk vast.
- Schakel de laserstralen met de schakelaar (59) in.
De laserstralen moet over de hele lengte links en rechts op dezelfde afstand van de op het werkstuk getekende zaaglijn lopen, ook wanneer de glijarm omlaag wordt bewogen.
Laserbeschermkap verwijderen (zie afbeelding T2)
- Draai de twee schroeven (62) van de laserbeschermkap (26) los met de binnenzeskantsleutel (4 mm) (16).
Aanwijzing: Om de voorste scroef van de laserbeschermkap te bereiken, moet u de glijarm iets omlaag draaien tot de binnenzeskantsleutel door een van de sleuven van de pendelbeschermkap gestoken kan worden.
Gelijke ligging instellen (zie afbeelding T3)
- Verwijder de laserbeschermkap (26).
1. Instellen van de rechter laserstraal:
- Draai de achterste stelschroef (63) met de binnenzeskantsleutel (17) tot de rechter laserstraal over de gehele lengte gelijk ligt met de op het werkstuk getekende zaaglijn.
Daarbij wordt de linker laserstraal meebewogen.
Als u tegen de klok in draait, beweegt de laserstraal van links naar rechts. Als u met de klok mee draait, beweegt de laserstraal van rechts naar links.
2. Instellen van de linker laserstraal:
- Draai de voorste stelschroef (63) met de binnenzeskantsleutel (17) tot de linker laserstraal dezelfde afstand tot de op het werkstuk getekende zaaglijn heeft als de rechter laserstraal.
Als u tegen de klok in draait, beweegt de laserstraal van links naar rechts. Als u met de klok mee draait, beweegt de laserstraal van rechts naar links.
- Bevestig de laserbeschermkap (26) weer.
Parallelliteit instellen (zie afbeelding T4)
- Verwijder de laserbeschermkap (26).
- Draai de bevestigingsschroef (64) los (ca. 1–2 slagen) met de binnenzeskantsleutel (17). Draai de schroef er niet helemaal uit.
- Verschuif de montageplaat van de laser naar rechts of naar links tot de laserstralen over de hele lengte parallel lopen met de op het werkstuk getekende zaaglijn.
- Houd de montageplaat van de laser in deze stand vast en draai de bevestigingsschroef (64) weer vast.
- Controleer na het instellen opnieuw de gelijke ligging met de zaaglijn. Lijn eventueel de laserstralen met de stelschroeven (63) nog een keer uit.
- Bevestig de laserbeschermkap (26) weer.
Instellen van de zijwaartse afwijking bij het bewegen van de glijarm (zie afbeelding T5)
- Verwijder de laserbeschermkap (26).
- Draai de beide bevestigingsschroeven (65) los (ca. 1–2 slagen) met de binnenzeskantsleutel (17).
Draai de schroeven er niet helemaal uit. - Verschuif de behuizing van de laser naar rechts of naar links tot de laserstralen bij het omlaag bewegen van de glijarm niet meer zijwaarts afwijken.
- Controleer na het instellen opnieuw de gelijke ligging met de zaaglijn. Lijn eventueel de laserstralen met de stelschroeven (63) nog een keer uit.
- Houd de behuizing van de laser in deze stand vast en draai de bevestigingsschroeven (65) weer vast.
- Bevestig de laserbeschermkap (26) weer.
- Zet het elektrische gereedschap in de transportstand.
- Draai de zaagtafel (37) tot aan de inkeping (14) voor 0°. De hendel (12) moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
Controleren (zie afbeelding U1)
- Stel een hoekmal op 90° in en zet deze op de zaagtafel (37).
De poot van de hoekmal moet over de gehele lengte gelijk lopen met het zaagblad (39).
Instellen (zie afbeelding U2)
- Draai de spangreep (13) los.
- Draai de beide stelschroeven (66) los (minimaal 1 slag) met een dopsleutel (10 mm).
- Draai de stelschroef (68) los (ca. 3 slagen) met de binnenzeskantsleutel (4 mm) (16).
- Draai de stelschroef (67) met de binnenzeskantsleutel (4 mm) (16) zo ver in of uit tot de poot van de hoekmal over de hele lengte gelijk loopt met het zaagblad.
- Draai de spangreep (13) weer vast. Daarna draait u eerst de stelschroef (68) en vervolgens de stelschroeven (66) weer vast.
Als de hoekaanduidingen (32) en (20) na het instellen niet in één lijn met de 0°-markeringen van de verdeelschaal (31) liggen, draait u de bevestigingsschroeven van de hoekaanduidingen met een kruiskopschroevendraaier los en lijnt u de hoekaanduidingen langs de 0°-markeringen uit.
- Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
- Draai de zaagtafel (37) tot aan de inkeping (14) voor 0°. De hendel (12) moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
- Trek de linker verstelbare aanslagrail (5) helemaal naar buiten.
- Draai de spangreep (13) los en draai de glijarm met de handgreep (1) tot aan de aanslag naar links (45°).
Controleren (zie afbeelding V1)
- Stel een hoekmal op 45° in en zet deze op de zaagtafel (37).
De poot van de hoekmal moet over de gehele lengte gelijk lopen met het zaagblad (39).
Instellen (zie afbeelding V2)
- Draai de stelschroef (69) met een steeksleutel (8 mm) zo ver in of uit tot de poot van de hoekmal over de hele lengte gelijk loopt met het zaagblad.
- Draai de spangreep (13) weer vast.
Als de hoekaanduidingen (32) en (20) na het instellen niet op één lijn met de 45°-markeringen van de verdeelschaal (31) liggen, controleert u eerst nogmaals de 0°-instelling voor de verticale verstekhoek en de hoekaanduidingen. Vervolgens herhaalt u de instelling van de verticale 45°-verstekhoek.
- Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
- Draai de zaagtafel (37) tot aan de inkeping (14) voor 0°. De hendel (12) moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
- Trek de rechter verstelbare aanslagrail (5) helemaal naar buiten.
- Draai de spangreep (13) los.
|
- Draai de glijarm met de handgreep (1) tot aan de aanslag naar rechts (45°).
Controleren (zie afbeelding W1)
- Stel een hoekmal op 135° in en zet deze op de zaagtafel (37).
De poot van de hoekmal moet over de gehele lengte gelijk lopen met het zaagblad (39).
Instellen (zie afbeelding W2)
- Draai de stelschroef (70) met een steeksleutel (8 mm) zo ver in of uit tot de poot van de hoekmal over de hele lengte gelijk loopt met het zaagblad.
- Draai de spangreep (13) weer vast.
Als de hoekaanduidingen (32) en (20) na het instellen niet op één lijn met de 45°-markeringen van de verdeelschaal (31) liggen, controleert u eerst nogmaals de 0°-instelling voor de verticale verstekhoek en de hoekaanduidingen. Vervolgens herhaalt u de instelling van de verticale 45°-verstekhoek.
- Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
- Draai de zaagtafel (37) tot aan de inkeping (14) voor 0°. De hendel (12) moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
Controleren (zie afbeelding X1)
- Stel een hoekmal op 90° in en leg deze tussen aanslagrail (6) en zaagblad (39) op de zaagtafel (37).
De poot van de hoekmal moet over de gehele lengte gelijk lopen met het zaagblad (39).
Instellen (zie afbeelding X2)
- Draai de vier stelschroeven (71) allemaal los met de binnenzeskantsleutel (4 mm) (16) en verdraai de zaagtafel (37) samen met de verdeelschaal (36) tot de poot van de hoekmal over de hele lengte gelijk loopt met het zaagblad.
- Draai de schroeven weer vast.
Als de hoekaanduiding (57) na het instellen niet op één lijn met de 0°-markering van de verdeelschaal (36) ligt, draait u de schroef (72) met een kruiskopschroevendraaier los en lijnt u de hoekaanduiding langs de 0°-markering uit.
De klemkracht van de spangreep (13) kan bijgesteld worden.
Controleren
- De klemkracht van de spangreep moet de stand van de glijarm bij elke willekeurige verticale verstekhoek stabiel vasthouden.
Instellen
- Draai de spangreep (13) los.
- Draai de stelschroef (73) met een dopsleutel (17 mm) tegen de klok in om de klemkracht te verminderen of draai deze met de klok mee om de klemkracht te vergroten.
- Stel een verticale verstekhoek in, draai de spangreep (13) weer vast en controleer of de gewenste klemkracht bereikt werd.