Zagen

  • Schuif de glijarm (34) helemaal naar achter en borg deze in deze positie.
    Zorg ervoor dat de diepteaanslag (28) helemaal naar binnen geduwd is en de afstelschroef (27) bij het bewegen van de glijarm zonder de diepteaanslag te raken door de uitsparing past.
  • Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
  • Stel indien nodig de gewenste verstekhoek (horizontaal en/of verticaal) in.
  • Schakel het elektrische gereedschap in.
  • Beweeg de glijarm (34) met de handgreep (1) langzaam omlaag.
  • Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse beweging door.
  • Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
  • Beweeg de glijarm (34) langzaam naar boven.

  • Houd de handgreep vóór het inschakelen en tijdens de gehele zaagbewerking goed vast. Voer bij het zagen een gecontroleerde beweging met de glijarm uit. Een moment van onoplettendheid kan door de uiterst licht lopende glijarm tot ernstig letsel leiden.
  • Maak de borging van de glijarm (34) los.
    Controleer door uittrekken en terugschuiven van de glijarm (34) of het complete glijmechanisme gereed is voor gebruik.
  • Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
  • Stel indien nodig de gewenste verstekhoek (horizontaal en/of verticaal) in.
  • Trek de glijarm (34) met de handgreep (1) zo ver van de aanslagrail (7) weg tot het zaagblad zich vóór het werkstuk bevindt.
  • Schakel het elektrische gereedschap in.
  • Beweeg de glijarm (34) met de handgreep (1) langzaam omlaag.
  • Duw nu de glijarm (34) in de richting van de aanslagrail (7) en zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse beweging door.
  • Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
  • Beweeg de glijarm (34) langzaam naar boven.

Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte kunt u de lengtegeleider (40) (accessoire) gebruiken.

U kunt de lengtegeleider aan beide zijden van de zaagtafelverlenging (8) monteren.

  • Draai de vergrendelschroef (39) los en klap de lengtegeleider (40) over de klemschroef (67).
  • Draai de vergrendelschroef (39) weer vast.
  • Stel de zaagtafelverlenging (8) op de gewenste lengte in.

De diepteaanslag moet worden versteld, wanneer u een groef wilt zagen of een afstandaanslag wilt gebruiken.

  • Draai de diepteaanslag (28) naar buiten.
  • Draai de glijarm (34) met de handgreep (1) in de gewenste positie.
  • Verdraai de afstelschroef (27) tot het schroefuiteinde de diepteaanslag (28) raakt.
  • Beweeg de glijarm (34) langzaam naar boven.

Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel ontstaan.

Maak indien nodig speciale houders.