Aanwijzingen voor ‌werkzaamheden

Houd tijdens het werken met de ene hand de handgreep (1), met de andere hand de extra handgreep (15) vast.

Voer de freesbewerking met een gelijkmatige voorwaartse beweging uit.

De verticale middenmarkering (11) op de verstekgeleider en hoogte-aanslag laat het midden van de freesbewerking (loodrecht op de schijffrees) zien. De maximale breedte van de freesbewerking wordt aangegeven door de beide markeringen (10) op de in hoogte verstelbare aanslag (9).

Bij de hoogtepositionering helpt de horizontale middenmarkering (6) op de voetplaat, die het horizontale midden van de schijffrees aangeeft.

Op de behuizing van het elektrische gereedschap geeft de pijl (13) de draairichting van de schijffrees aan.

Voorbeelden voor de volgende soorten verbindingen vindt u op de pagina met afbeeldingen:

  • Hoekverbindingen: met verstekgeleider zie afbeelding C, met in hoogte verstelbare aanslag zie afbeelding D
  • Verstekverbindingen: met verstekgeleider zie afbeelding E, met in hoogte verstelbare aanslag zie afbeelding F
  • Langs- en dwarsverbindingen: met verstekgeleider zie afbeelding G, met in hoogte verstelbare aanslag zie afbeelding H
  • Raamverbindingen: zie afbeelding I
  • Middenwandverbindingen: zie afbeelding J

Gebruik voor een stevige verbinding de grootst mogelijke lamellendeuvels (lamellen). Bosch biedt dienovereenkomstige lamellendeuvels in het accessoireprogramma aan (zie accessoirepagina aan het einde van de gebruiksaanwijzing).

Steek voor het frezen van werkstukken die minder dan 16 mm dik zijn, de opsteekplaat (17) op de verstekgeleider (18). Zo is gewaarborgd dat de groef niet te dicht bij de bovenkant van het werkstuk ligt. Let bij de berekening van de horizontale freespositie op de dikte van de opsteekplaat.

Gebruik de opsteekplaat (17) ook bij verstekverbindingen bij dunne werkstukken, zodat de groef niet te diep wordt.

Gebruik bij het frezen van smalle werkstukken indien mogelijk de in hoogte verstelbare aanslag (9). Let erop dat de daarop aanwezige markeringen van de maximale freesbreedte (10) binnen het werkstuk liggen.