Ingebruikname

Voor het inschakelen van het elektrische gereedschap schuift u de aan/uit-schakelaar (3) naar voren, zodat op de schakelaar I verschijnt.

Voor het uitschakelen van het elektrische gereedschap schuift u de aan/uit-schakelaar (3) naar achter, zodat op de schakelaar 0 verschijnt.

De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontroleerd starten van het elektrische gereedschap na een onderbreking van de stroomtoevoer.

Voor de hernieuwde ingebruikname zet u de aan/uit-schakelaar (3) in de uitgeschakelde stand en schakelt u het elektrische gereedschap opnieuw in.

Het elektronisch zacht aanlopen begrenst het draaimoment bij het inschakelen en verlengt de levensduur van de motor.