Aanwijzingen voor ‌werkzaamheden

Controleer de omgeving die u wilt inspecteren, en let vooral op obstakels of gevaarlijke punten.

Buig de camerakabel (13) zodanig dat de camerakop goed in de te onderzoeken omgeving kan worden binnengebracht. Breng de camerakabel voorzichtig naar binnen.

Pas de helderheid van de camera‌lamp (15) zodanig aan dat het beeld goed herkenbaar is. Bij sterk reflecterende voorwerpen bijvoorbeeld kunt u met minder licht een beter beeld bereiken.

Als te onderzoeken voorwerpen onscherp worden weergegeven, dan verkleint of vergroot u de afstand tussen camerakop (14) en voorwerp.

Bescherm de accu tegen vocht en water.

Bewaar de accu alleen bij een temperatuur tussen −20 °C en 50 °C. Laat de accu bijvoorbeeld in de zomer niet in de auto liggen.

Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen duidt erop dat de accu versleten is en moet worden vervangen.

Neem de aanwijzingen met betrekking tot afvalverwijdering in acht.

 

Oorzaak

Verhelpen

Foutaanduiding op het display

Camerakabel niet gemonteerd

Monteer de camerakabel.

Micro-SD-kaart niet of niet juist geplaatst

Plaats de Micro-SD-kaart en schuif deze tot de aanslag erin.