Gebruik met batterijen (accessoire)
Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het gebruik van alkali-mangaanbatterijen aanbevolen.
Plaats de batterijen in de batterij-adapter (8). Let hierbij op de juiste plaatsing van plus- en min-pool volgens de afbeelding aan de binnenkant van de batterij-adapter.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Plaats de batterij-adapter (8) in het meetgereedschap en draai de draaisluiting (7) zodanig dat u het oog tegen de batterij-adapter kunt klappen.
Voor het wegnemen van de batterij-adapter (8) klapt u het oog van de draaisluiting (7) open en draait u dit 90°. Neem de batterij-adapter uit het meetgereedschap.
- Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer u dit langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen bij een langere opslagduur in het meetgereedschap gaan corroderen.