Verhelpen van storingen
- Als een storing (bijv. filterbreuk) optreedt, dan moet de zuiger onmiddellijk uitgeschakeld worden. Vóór hernieuwde ingebruikname moet de storing verholpen worden.
Probleem |
Oplossing |
---|---|
Zuigturbine start niet. |
|
Moduskeuzeschakelaar (7) staat op „Automatische start/stop“.
| |
Zuigturbine schakelt uit. |
|
Zuigturbine start niet meer na het leegmaken van het reservoir. |
|
| |
Zuigkracht onvoldoende. |
|
| |
| |
| |
| |
Stoflekkage bij het zuigen |
|
| |
Automatische uitschakeling (nat zuigen) spreekt niet aan. |
|
Bij elektrisch niet geleidende vloeistoffen of bij schuimvorming werkt de automatische uitschakeling niet.
| |
Waarschuwingssignaal is te horen. | Zuigcapaciteit te gering ingesteld.
|
Verkeerde slangdiameter ingesteld.
| |
Zuigslang (27) verstopt of geknikt.
| |
Afvalzak/stofzak vol.
| |
Platte plooifilter (30) vuil.
| |
Onvoldoende luchtstroom door het aangesloten elektrische gereedschap.
| |
Storing van de bewakingselektronica.
| |
Automatische filterreiniging werkt niet. |
|
| |
Automatische filterreiniging kan niet worden uitgeschakeld. |
|
Automatische filterreiniging kan niet worden ingeschakeld. |
|