Slijpaccessoires monteren (zie afbeelding A)
- Gebruik alleen goed passende en onbeschadigde steeksleutels (zie „Technische gegevens“).
- Gebruik voor het elektrische gereedschap uitsluitend merkaccessoires voor slijpen uit de vakhandel die voor een toerental van minimaal 16.000 min–1 toegelaten zijn, een diameter van maximaal 50 mm hebben en opgenomen worden door een steunschijf waarvan de diameter eveneens maximaal 50 mm bedraagt en waarvan de spanschacht een diameter van 6 mm, 1/4" of 8 mm heeft.
- Reinig de slijpas (9) en alle te monteren delen.
- Voor het losmaken van de spantang (16) schuift u de blokkering van de uitgaande as (8) naar voren.
- Draai de spanmoer (10) met de steeksleutel (14) op het sleutelvlak los door deze linksom te draaien.
- Steek de spanschacht van de steunschijf (11) tot aan de aanslag in de spantang (16).
- Span de steunschijf (11) door de spanmoer (10) met de steeksleutel (14) rechtsom vast te draaien.
- Monteer de schijf (12) op de steunschijf (11).
- Schuif de blokkering van de uitgaande as (8) vervolgens weer terug.
De slijpaccessoires moeten nauwkeurig rond lopen. Slijpaccessoires die niet rond lopen, mogen niet meer worden gebruikt, maar moeten worden vervangen.
- Draai de spantang met de spanmoer in geen geval vast zolang er geen slijpaccessoire gemonteerd is. De spantang kan anders beschadigd worden.
- Gebruik alleen steunschijven met de juiste schachtdiameter. Een steunschijf waarvan de schachtdiameter niet overeenkomt met de gereedschapopname van het elektrische gereedschap (zie „Technische gegevens“), kan niet goed vastgehouden worden en beschadigt de spantang.
- Het inzetgereedschap moet minstens 10 mm ingespannen zijn. Met de binnenwerkse schachtmaat L0 kan uit de gegevens van de fabrikant van het inzetgereedschap het toegestane maximale toerental van het inzetgereedschap bepaald worden. Deze mag niet onder het maximale toerental van het elektrische gereedschap liggen.