Aanwijzingen voor werkzaamheden
Bij de middenmarkering (9) rechts en links op de laserontvanger kunt u de positie van de laserstraal markeren, wanneer deze door het midden van het ontvangstveld (1) loopt.
Let erop dat u de laserontvanger bij het markeren nauwkeurig verticaal (bij horizontale laserstraal) of horizontaal (bij verticale laserstraal) uitlijnt, omdat anders de markeringen ten opzichte van de laserstraal verplaatst zijn.
U kunt de laserontvanger met behulp van de houder (23) zowel op een meetlat (25) (accessoire) als op andere hulpmiddelen met een breedte tot max. 65 mm bevestigen.
Schroef de houder (23) met de bevestigingsschroef (26) in de opname (11) op de achterkant van de laserontvanger vast.
Draai de draaiknop (24) van de houder los, schuif de houder bijv. op de meetlat (25) en draai de draaiknop (24) weer vast.
Met behulp van de libel (21) kunt u de houder (23) en zo de laserontvanger horizontaal uitlijnen. Scheef aanbrengen van de laserontvanger leidt tot foutieve metingen.
De referentie middenlijn (22) op de houder bevindt zich op dezelfde hoogte als de middenmarkering (9) en kan voor het markeren van de laserstraal worden gebruikt.