Aanwijzingen voor werkzaamheden
Controleer de omgeving die u wilt inspecteren, en let vooral op obstakels of gevaarlijke punten.
Buig de camerakabel (1) zodanig dat de camerakop goed in de te onderzoeken omgeving kan worden binnengebracht. Breng de camerakabel voorzichtig naar binnen.
Pas de helderheid van de cameralamp (3) zodanig aan dat het beeld goed herkenbaar is. Bij sterk reflecterende voorwerpen kunt u bijvoorbeeld met minder licht of met de instelling zwart-wit-contrast een betere foto verkrijgen.
Als te onderzoeken voorwerpen onscherp worden weergegeven, dan verkleint of vergroot u de afstand tussen camerakop (2) en voorwerp.
Fouten – oorzaken en verhelpen
Foutaanduiding op het display | Oorzaak | Verhelpen |
---|---|---|
(gele waarschuwing) | Intern geheugen bijna vol | Verwijder bestanden uit het interne geheugen. |
(rode waarschuwing) | Intern geheugen vol | Verwijder bestanden uit het interne geheugen. |
Fout in het interne geheugen | Start de inspectiecamera opnieuw. Blijft het probleem zich voordoen, neem dan contact op met een erkend Bosch klantenservicecentrum. |